Woordenlijst

Hieronder volgt een woordenlijst van veel gebruikte woorden en hun uitleg. De lijst zal zo mogelijk steeds uitgebreid worden met nieuwe woorden. Altijd handig en leerzaam

Woord Betekenis
Abductie Beweging van een lidmaat (arm of been) van de middellijn van het lichaam af.
Achterzijde van de romp Stabiliserende rompspieren in de rug.
Actieve spieren Spieren die verantwoordelijk zijn voor de belangrijkste beweging in een oefening. Ook wel agonisten genaamd.
Adductie Beweging van een lidmaat (arm of been) naar de middellijn van het lichaam toe.
Ademhalingsstelsel Het systeem dat onze ademhaling bestuurt en de uitwisseling van zuurstof.
Aeroob Een oefening waarvoor de hartslag hoog blijft
Agonist De belangrijkste spier die een bepaalde beweging teweegbrengt.
AMRAP As Many Rounds As Possible. Een veel voorkomende term bij crossfit. Klinkt moeilijk, is makkelijk: gewoon zoveel mogelijk rondes.
Antagonist Een spier of groep spieren, welke een beweging teweegbrengt die tegengesteld is aan de hoofdactie.
Anaeroob Een oiefening waarvoor de hartslag niet langere tijd achter elkaar hoog hoeft te blijven.
Barbell Een barbell is een algemeen gebruikt woord voor een lange staaf waar losse gewichten (vaak schijven met een een vaste waarde in kg) aan gehangen kunnen worden. De barbell wordt ook wel halter genoemd. Weegt van zichzelf gemiddeld 20 kg. Er zijn hier vaak meerdere uitvoeringen, dus ook meerdere eigengewicht varianten.
Bewegingsbereik De afstand en richting die een gewricht kan bewegen tussen de gebogen en gestrekte positie.
Bilaterale oefening Een oefening waarbij beide ledematen smane worden gebruikt.
Bilspieren Deze groep spieren omvat de glutaeus maximus aan de oppervlakte en de glutaeus meius en minimus daaronder.
Borstwervels De 12 wervels die samen het bovenste en middelste deel van de rug vormen (elke wervel zit aan een rib vast).
Buigspieren Een groeps spieren welke zorgen voor flexie, oftewel een buigende beweging.
Buikspieren Spiergroep welke bijdraagt tot de beweging van de heupen en de stabiliteit van bekken en rug.
Cardio-training Bij deze training gebruik je over het algemeen de apparaten in de gym, zoals de hardloopband, de crosstrainer of de fiets. Conditieverbetering is het hoofddoel van een cardiotraining.
Cardiovasculaire oefening Elke oefening waarbij de hartslag toeneemt. Hierdoor komt zuurstofrijk bloed, vol met voedingsstoffen, beschikbaar voor de spieren
Chakra Sankritisch woord voor cirkel of wiel. Chakra's worden doorgaans beschreven als de energiecentra van het lichaam.
Concentrische contractie Een spieractiviteit, waarbij de spier korter wordt, als gevolg van contractie of samentrekking.
Concentrische fase Dat deel van de beweging in een oefening, waarbij de spier door samentrekking (contractie) korter wordt.
Cooling-down Een oefening aan het einde van een workout sessie. Deze is bedoeld om het lichaam te laten afkoelen en ontspannen na een zware inspanning.
Cross-fit CrossFit is een manier van fitness die gewichtheffen, atletiek en gymnastiek combineert in een trainingsvorm. Gedurende de training worden functionele bewegingen op een gevarieerde manier in een hoge intensiteit zo snel mogelijk uitgevoerd.
Cross-trainer Een fitness apparaat speciaal voor je conditie. Bij dit apparaat gebruik je zowel je armen als je benen. Het heeft een soort loop/fiets beweging voor zowel voor- als achteruit.
Crunch Buikspieroefening, waarbij de schouders naar de bekken worden gedraaid terwijl je op je ruug ligt met de handen naast je hoofd en de knieën gebogen.
Donkey kicks Een oefening waarmee je je billen traint, ook wel een variant op de squat. Voer je meestal uit zonder extra gewichten. Handen en knieën op de grond. Core aangespannen en benen een voor een omhoog brengen.
Dumbbell Dit woord schrijf je écht met dubbele letters, maar het is simpelweg een kleine staaf waar je gewichten aan kunt hangen. In de sportschool vind je meestal dumbbells met vaste gewicht waarden. Die met variabele gewichten worden vaak in het thuis train circuit gebruikt. Een zeer kleine variant op de barbell.
Dynamisch stretchen Een vorm van stretchen welke gebruik maakt van de impuls van een bewegend lichaamsdeel, om een spier op te rekken tot een bewegingsbereik welke niet verder gaat dan het statische stretchbereik.
Eiwitshake Een drankje dat voornamelijk bestaat uit (pure) eiwitten. Je hebt smaken zoals chocolade, vanille, banaan en aardbei. Een eiwitshake is bedoeld om na je training je spieren te voeden. Eiwitten zorgen voor spierherstel en spieropbouw.
Endocrien stelsel (klieren) het systeem in ons lichaam dat zorgt voor de productie en afscheiding van hormonen.
Excentrische contractie Een spieractiviteit, waarbij de spier onder spanning langer wordt (denk hierbij aan het gecontroleerd laten zakken van een gewicht tegen de zwaartekracht in).
Excentrische controle Het soepel uitvoeren van een excentrische beweging.
Excentrische fase Dat deel van de beweging in een oefening, waarin de spier door activering langer wordt.
Excentrische overbelasting De activiteit, waarbij extra gewicht wordt weerstaan, terwijl de spier langer wordt door samentrekking (zoals tijdens het terug naar de startpositie laten zakken van een barbell in de biceps curl). De excentrische actie kan meer gewicht aan dan de concentrische actie (waarbij de spier korter wordt), dus moet er extra gewicht aan de barbell worden toegevoegd als de sporter de excentrishce fase extra wil belasten.
Extensie Het strekken van een lidmaat bij een gewricht
Flexie Het buigen van een lidmaat bij een gewricht
Hamstrings Spieren aan de achterkant van het dijbeen. Deze spiergroep omvat de semitendinosus, semimembranosus en biceps femoris
Heupflexoren Spieren vooraan de heup, die het dijbeen optillen naar de romp toe.
Hip thrust De perfecte oefening om je billen te trainen. Met (voornamelijk) een barbell op je heupen lift je je billen naar voren toe.
Houding Tijdens oefeningen met gewichten moet voor een correcte positie van de rug, de normale lordose-kromming van de lendewervel worden vastgehouden. Voorkom dat de rug vlak of krom trekt.
Hyperextensie Extensie van een gewricht voorbij het normale bereik van de beweging. Oftewel overstrekken
Immuunsysteem Het systeem dat ons lichaam beschermt tegen ziektes door virussen, ziekteverwekkers en tumoren te identificeren en te bestrijden.
Interne rotatie Het roteren of draaien van een lidmaat naar de middellijn. Ook wel "mediale"rotatie genoemd.
Intervaltraining Bij een intervaltraining doe je oefeningen afwisselend op snelheid, afstand en intensiteit. Verschillende oefeningen achter elkaar in circuit vorm.
Isometrisch actief Activatie van een spier, terwijl deze dezelfde lengte behoudt.
Isometrische contractie Een spiercontractie waarbij de lengte van een spier niet verandert.
Kinetische keten De manier waarop alle delen van het lichaam met elkaar in verbinding staan. Het bewegen van het ene deel kan invloed hebben op de positie en impuls van een ander deel.
Kyfose Een kromming in de wervel kolom die holrond is ten opzichte van de voorzijde van het lichaam. Dit is normaal in de borstwervel.
Lendenwervels De 5 wervels tussen de onderkant van de ribbenkast en de bekken. Samen vormen deze de onderrug.
Lidmaat Dit is niets meer dan een arm of been.
Ligamenten Bindweefsel dat botten verbindt met andere botten.
Lordose-kromming Lordose is de natuurlijke voorwaartse kromming in de cervicale en de lumbale wervelkolom. Bij een sterke lordose in het lendegebied is er sprake van een holle rug. De tegenhanger van lordose, een kromming van de wervelkolom in achterwaartse richting met de bolle kant naar achteren, is kyfose.
Lunge Ook wel uitstap-oefening genoemd. Bij deze oefening sta je rechtop en stap je met één been naar voren, die vervolgens in een hoek van 90 graden gericht naar de grond is. Het been wordt weer teruggebracht naar de beginpositie zodat het andere been naar voren kan worden gezet. De lunge kan zowel op de plek, als lopend gedaan worden.
Lymfeknopen Deel van de lymfevaten. Lymfeknopen werken als filters, ze houden vreemde deeltjes vast en bevatten ook witte bloedcellen.
Macrovoedingsstoffen / macronutriënten Dit zijn voedingsstofeen welke in grote hoeveelheden voorkomen. We kunnen deze indelen in 3 groepen, te weten: Eiwitten, koolhydraten en vetten
Microvoedingsstoffen / micronutriënten Deze voedingsstoffen komen in kleine hoeveelheden voor en worden door het lichaam via voeding opgenomen (dit is minder dan 1 gram per persoon per dag). Deze voedingsstoffen zijn onder te verdelen in: Vitamines, mineralen en sporenelementen (of spoorelement)
Mixed grip Greep waarbij de barbell zo wordt vastgehouden, dat de palm van de ene hand, van het lichaam is afgedraaid terwijl de palm van de andere naar het lichaam toe is gedraaid. Deze greep is niet zonder risico's. kans op corrigeren is groter, waardoor blessure kans ook groter wordt. Let dus goed op bij de uitvoering.
Nekwervels De 7 wervels in de nek. Samen vormen ze een kromming die holrond is ten opzichte van de achterzijde van het lichaam.
Neurotransmitters Chemische stoffen welke boodschappen doorsturen in ons lichaam.
Neutrale ruggengraat De posite van de ruggengraat waarin er het minste druk is op de gewrichten, gewrichtsbanden en schijven. In de lendenwervels is er sprake van een lichte lordose.
OLY Olympic Weightlifting. OLY wordt vooral in de crossfit wereld gebruikt.
Ondersteunende spieren Spieren, welke helpen bij een beweging, maar geen agonisten zijn.
Pomp (pump) Wanneer jouw spieren ineens veel massiever aanvoelen doordat je zwaar traint, dan wordt dat ook wel een pomp genoemd. Je spieren lijken groter, zijn “opgepompt” doordat het bloed naar je spieren wordt gedrukt. Vooral mannen vinden het fijn om een pomp te hebben tijdens het trainen.
Progessieve overbelasting Een geleidelijke toename in volume, intesiteit, frequentie of tijd om het doel van gebruiker te behalen, met als doel spiergroei.
Proprioceptieve neuromusculaire facilitatie (PNF) De rol van je zintuigelijke feedback van je rekbaarheids sensoren in een spier of bijbehorende pees, welke ervoor zorgt dat tijdens het samentrekken de spier in een bepaalde positie gehouden wordt.
Pull ups Het optrekken van het lichaam aan bijvoorbeeld een stang of klimrek.
PR Personal Record - persoonlijk record. Letterlijk dus wanneer jij bijvoorbeeld meer herhalingen maakt bij een oefening of een zwaarder gewicht kunt gebruiken dan bij een vorige training, dan heb je een nieuw PR behaald.
Quadriceps Dit is een vierkoppige skeletspier aan de voorzijde van de dij. Zij is de belangrijkste spier voor de extensie van het been, en vormt een grote, vlezige massa die de voor- en zijkanten van de dij bedekt
Reps Het aantal herhalingen bij een oefening. Je zegt “ik maak 4x4 reps” dat betekent dat je dus 4x4 herhalingen van de oefening doet.
Retractie De achterwaardse beweging van het schouderblad naar de wervelkolom. Kort gezegd, je trekt je schouderbladen naar elkaar toe voor uitvoer van een oefening.
Romp Deze term wordt vaak gebruikt om te verwijzen naar de stabiliserende romspieren, zoals je buikspieren en schuine buikspieren.
Rotatorenmanchet Een groep spieren welke van het schouderblad naar het opperarmbeen lopen, om zo het schoudergewricht een dynamische stabiliteit te geven.
Scapula Het bot dat ook wel "schouderblad" genoemd wordt.
Schuine buikspieren De zijdelingse spieren van de buik die de romp draaien of roteren.
Set Een set is de totale hoeveelheid van de reps die je bij een oefening doet.
Sit up Oefening voor de buikspieren. Met de rug plat op de grond liggend, knieën licht gebogen, waarna je met het bovenlichaam omhooggaat en weer rustig in de liggende positie zakt.
Skelet Het systeem dat zorgt voor ondersteuning van ons lichaam.
Spiercontractie Dit is het samentrekken van spieren. Ook wel contraheren genoemd.
Spieren Lichaamsweefsels die kracht produceren en bewegingen mogelijk maken, of te wel: voortbeweging van het lichaam ofwel interne organen.
Spotter Iemand die helpt om de correcte startpositie aan te nemen, de barbell of dumbbell in de juiste richting beweegt en helpt als de uitvoerende sporter het gewicht tijdens de oefening moeilijk onder controle kan houden en de oefening niet meer zelfstandig kan uitvoeren. De spotter geeft dan het laatste kleine setje om de oefening te kunnen volbrengen.
Squat De meest voorkomende oefening in de gym is de squat. Bij de squat maak je een kniebuiging met een rechte rug. Een squat wordt vaak gedaan met een barbell om jezelf uit te dagen en te werken aan spiermassa.
Stabiliserende spieren Spieren die niet betrokken zijn bij een beweging, maar ervoor zorgen dat tijdens de beweging het lichaam in positie gehouden wordt.
Strekspieren Een groep spieren welke zorgen voor extensie, of te wel een strekkende beweging.
Superset Twee oefeningen, welke vlak achter elkaar uitgevoerd worden, zonder een rustpauze. Deze set zorgt voor een intensere work-out.
Unilaterale oefening Een oefening voor één lidmaat.
Voedingssupplement Een voedingssupplement is een voedingsmiddel dat bedoeld is als aanvulling op de normale voeding. Het is, volgens de wet, een geconcentreerde bron van één of meerdere vitaminen, mineralen of andere nutriënten met een voedingskundig of fysiologisch effect.
Voetafwikkeling De manier waarop de voet tijdens de beweging in een oefening op de grond komt.
Wervels Individuele botten waaruit het wervelkolom is opgebouwd.
WOD Dit staat voor 'Workout Of the Day'. Elke WOD is anders, zodat je nooit dezelfde training uitvoert. Door met verschillende oefeningen, combinaties of intensiteit te trainen is de WOD elke keer anders. Constant gevarieerd, zoals de CrossFit filosofie omschrijft.
Zenuwstelsel Een complex netwerk van vezels welke stimui doorgeven via elektrochemische signalen. Het zenuwstelsel controleerd in principe al onze reacties (vrijwillige en onvrijwillige) op wat er in onze omgeving gebeurd.